zien en afzien
'Het museum was in 2014 van iedereen', kopte de NRC op 31 december 2014. Het is goed nieuws dat afgelopen jaar 50 musea samen 16,3 miljoen bezoekers trokken, ruim een miljoen meer dan het jaar ervoor. Heeft het kabinet de goede stap gezet door flink te bezuinigen op kunst en cultuur waardoor musea gedwongen worden om aan de weg te timmeren of heeft de bevolking laten zien dat ze kunst wel waardeert? Misschien iets voor een volgend onderzoek.
Die hoge bezoekersaantallen hebben ook een nadeel. Namelijk dat het druk is in het museum. Het Rijksmuseum, met 2.450.000 bezoekers spant de kroon en investeerde in extra voorzieningen om het bezoekersaantal te kunnen verwerken. Dat het als museum nodig is om aanpassingen te doen bij grote bezoekersaantallen blijkt wel uit een bezoek aan het Stedelijk Museum in Amsterdam. In de laatste week van het jaar probeerde ik Marlene Dumas te zien maar het museum deed niets om dat te ontmoedigen. Dat klinkt vreemd maar ik schets u graag mijn ervaring:
De lange rij buiten het museum duurde ruim een uur. Het was koud, maar kom, dat heb je over voor een tentoonstelling die je wilt zien. Eenmaal binnen was er een rij voor de kassa - hoort er ook bij. Na de kassa een rij om de werkelijke expositieruimte in te komen. En dan kun je eindelijk naar het toilet en dan blijkt natuurlijk dat iedereen dat wil, dus opnieuw een rij. Dumas hangt boven en onderaan de trap staat opnieuw een mannetje het verkeer tegen te houden om de toegang te doseren. Ik schat weer een kwartier maar dan kunnen we eindelijk naar boven om te zien waarvoor we gekomen zijn. Tenminste dat dachten we. Boven staat helaas een, rond het trappenhuis meanderende, rij mensen van circa honderd meter voor de ingang van de Dumas-zaal want bezoekers mogen er maar mondjesmaat naar binnen. Na een tijdje moe en hunkerend naar koffie te hebben gewacht, blijkt de rij erg langzaam te bewegen en gaan we eerst maar koffie drinken. De koffiebar blijkt ook vol en ook daar is het wachten geblazen. De rij is intussen nauwelijks opgeschoten. Vanaf de rij buiten hebben we nu ongeveer twee uur stilgestaan en ontmoedigd besluiten we definitief af te zien van Dumas.
We lopen nog wat door de andere zalen en toevallig langs een met een lint gebarricadeerde doorgang waar je een ruime blik hebt in de Dumas zalen. Het is daar uitgesproken rustig en nu begrijp ik waarom het zoveel moeite kost om het aantal bezoekers binnen te krijgen. Is het beleid van het museum dat bezoekers, eenmaal voor een schilderij, alle ruimte moeten hebben? Dat er niet een beetje gedrang in de zalen mag zijn? Dat de bezoekers niet in staat zijn voor zichzelf een weg te vinden? Wat zit er achter dit beleid?
Ik was dit jaar ook bij Rothko in het Gemeentemuseum Den Haag. Eveneens erg druk, maar eenmaal binnen was er geen belemmering meer. De zalen waren flink vol en soms moest je even wachten om een schilderij goed te kunnen zien. Maar het lukte, het regelde zich vanzelf. Ook het Rijksmuseum is meestal erg druk en daar geldt hetzelfde, iedereen vindt zijn weg in de menigte.
Als het Stedelijk in de toekomst vasthoudt aan dit hindernisbaan-beleid, zou ik graag aanraden om al buiten aan bezoekers duidelijk te maken hoeveel de geschatte tijdsduur bedraagt tot de tentoonstelling daadwerkelijk is bereikt. In ons geval was dat vermoedelijk minstens drie uur geweest. Als we dat buiten al hadden geweten, hadden we de afweging kunnen maken om onze tijd beter te besteden.