de kunstenaar als eigenheimer

Maakt een kunstenaar kunst voor zichzelf of voor zijn medemensen? Dat is een boeiende vraag en niet iedereen zal deze hetzelfde beantwoorden. Kunst zou je kunnen zien als een vorm van communicatie maar evengoed als solitair gedachtengoed. En waar de ene kunstenaar probeert puur voor zijn eigen plezier onbevangen zijn diepste gevoelens of een boodschap in een kunstwerk te leggen, doet een ander misschien zijn best om in te spelen op wat het publiek aantrekkelijk vindt.

Volgens Tolstoj bestaat kunst zelfs alleen bij de gratie van de ander. Van ons vermogen om te worden ‘geraakt’ door gevoelens van anderen. Tolstoj, die in 1897 het boek Wat is kunst schreef, meende onder andere dat de gevoelens van de kunstenaar oprecht en diep doorleefd moeten zijn en dat hij die met anderen wil delen. Maar als kunst alleen bestaat bij de gratie van de beschouwer, wil dat dan zeggen dat kunst die om wat voor reden niet wordt gezien, geen kunst is? De na jaren opgedoken manuscripten of schilderijen waren dus geen kunst voordat ze werden gevonden. Dat klinkt alsof iets niet bestaat zolang je het niet kunt zien.

Natuurlijk is er verschil tussen diverse kunstvormen en ook tussen stijlen en stromingen als we het hebben over diepste gevoelens en boodschappen die worden overgebracht. Kunst wordt ook kunst genoemd zonder dat er per se gevoelens worden geuit of zonder dat er iets diepgravend wordt gecommuniceerd. Uit een eenduidig winters tafereel van Hendrick Averkamp, dat zonder twijfel met gevoel is geschilderd, haal ik als beschouwer nu eenmaal niet dezelfde lading als uit een landschap van Anselm Kiefer. En steekt de aria Erbarme dich, mein Gott wat betreft de ervaring van diepste gevoelens schril af tegen de liedjes van menig hedendaagse singer-songwriter met een breed publiek.

Is de drang tot het delen van gevoelens werkelijk de voorwaarde voor kunst of is publiek een noodzaak voor de kunstenaar om zijn gevoelens en ideeën te kunnen (blijven) uiten? In eerste instantie zou je denken dat gevoelens privé zijn, dat ze ontstaan voor eigen gebruik en contemplatie. Vervolgens kun je als kunstenaar die gevoelens verbeelden, verwoorden of verklanken in een kunstwerk. En als de kunstenaar dat wil, kan hij hiermee communicatie met een beschouwer op gang brengen.
De drang om iets te scheppen begrijp ik, maar de noodzaak om dat te delen, te laten zien, beschouw ik niet als voorwaarde. Ik denk dat er tal van kunstenaars zijn die hun werk voor zichzelf maken en die geen boodschap hebben aan het publiek (in de dubbele betekenis). Misschien lopen ze daardoor het risico bij voorbaat verstoten te zijn van de gunst van het publiek maar dat staat de kunst niet in de weg. Dat laatste kun je niet altijd zeggen van een kunstwerk dat opzettelijk gemaakt is om het publiek te dienen.

Voor de kunstenaar is het een uitdaging zijn gevoel en/of zijn al dan niet verholen boodschap in zijn kunst te stoppen onafhankelijk of het voor publiek is bedoeld. En als toevallige beschouwer, luisteraar of lezer zul je, afhankelijk van je eigen karakter en je eigen gesteldheid op dat moment, misschien op het spoor worden gezet van wat de kunstenaar bedoelde. Op zijn mooist krijg je als beschouwer een impuls, een rilling, een herkenning of misschien zelfs een gedachte die je anders niet zou hebben gehad. Kunst kan je de ogen openen, maar daarvan is de kunstenaar denk ik niet afhankelijk.